Inspelen op drijfveren
Hoe krijg je ál je leerlingen enthousiast voor wetenschap- en techniekopdrachten? Dat krijg je voor elkaar door rekening te houden met verschillende drijfveren en motivaties van jouw leerlingen om techniek en technologie wel of niet leuk te vinden. De ene leerling sloopt bijvoorbeeld met plezier een computer uit elkaar, de ander verzint graag een technische oplossing hoe je de sloten naast de school schoon houdt en weer een ander zit er stilletjes bij en denkt bij voorbaat al dat de opdracht te moeilijk is. Als je bij je wetenschap- en technieklessen inspeelt op de afzonderlijke drijfveren en barrières van je leerlingen kan je ze allemaal inspireren. Het Bèta&TechMentality-model laat zien hoe je dit doet.
Aan de slag met het Bèta&TechMentality-model
Wat kun je met dit model in jouw onderwijs?
- Je kunt onderzoeken wat voor type leerlingen je in klas hebt en wat hun drijfveren en barrières zijn, zodat je beter begrijpt waar ze wel of niet enthousiast van worden.
- Je kunt je W&T-onderwijs verrijken doordat je beter kunt inspelen op verschillende drijfveren, waardoor de opdrachten aansprekend zijn voor kinderen met allerlei motivaties.
Het Bèta&TechMentality-model geeft inzicht in jouw leerlingen
Uit onderzoek blijkt dat er meerdere drijfveren en barrières zijn waarom kinderen en jongeren (van 9 – 18 jaar) wel of geen interesse hebben in techniek en technologie.
- Denk ik dat ik wel of niet goed ben in techniek?
- Denk ik dat techniek er aan bijdraagt om de wereld beter te maken?
- Vind ik het leuk om met nieuwe technologie bezig te zijn?
- Vind ik het belangrijk dat mensen trots zijn op wat ik doe? En wil ik later belangrijk werk doen?
- Wil ik graag mensen, dieren of het milieu helpen?
- Kan je techniek eigenlijk wel leren? Of moet je aanleg hebben?
- Ga ik graag met mijn handen aan de slag? Of denk ik liever na over oplossingen of goede ideeën?
Deze drijfveren en barrières vind je bij elke leerling terug in een andere samenstelling. Waar je de één veel vrijheid moet geven om met wetenschap en techniek (W&T) aan de gang te gaan, zul je de ander stapsgewijs moeten meenemen. En als je in een W&T-opdracht laat zien hoe leerlingen mensen of de wereld kunnen helpen, prikkelt dat de interesse van meer dan de helft van de leerlingen.
Om hiermee te leren werken, kun je de leerlingen indelen in 5 verschillende types. Dat zijn de vernieuwer, de maatschappelijke toepasser, de doener, de ontdekker en de creatieve maker. Deze indeling helpt je om je leerlingen beter te begrijpen, zodat je met jouw (W&T-)onderwijs elk van hen kan inspireren. Wil je hier meer over weten? Of wil je ontdekken hoe je dit in jouw W&T onderwijs kunt verwerken? We helpen je er graag bij.
Tools voor toepassing van het Bèta&TechMentality-model
- Lees het onderzoek
Wil je dieper in het Bèta&TechMentality-model duiken en ontdekken hoe het precies zit met die drijfveren, barrières en vijf bètatypes? En hoe je als leerkracht ál jouw leerlingen kunt inspireren voor Wetenschap en Technologie? Lees dan het onderzoek. - Download de visuals
Per bètatype – de vernieuwer, de maatschappelijke toepasser, de doener, de ontdekker en de creatieve maker – is er beeldmateriaal gemaakt. Deze kun je hieronder kosteloos downloaden en gebruiken in je lesmateriaal of communicatie. Download hier het mapje met alle visuals.