‘Leerlingen zijn vaak veel verder dan je denkt’
Hoe krijg je leerlingen nu echt geïnteresseerd voor techniek? Bart Kappé, NLT-docent bij het Veenlanden College in Mijdrecht, heeft het antwoord. Hij is initiatiefnemer van de MakerSpace Amstel & Venen: een uniek en modern technieklokaal waar leerlingen les krijgen in techniek en technologie. Waarom dit de oplossing is, wat leerlingen er doen en waarom dit een onderwijsrevolutie is, legt Kappé aan ons uit.
De MakerSpace is een samenwerking tussen het Veenlanden College van Kappé en TechNet Amstel & Venen – een netwerk van technische bedrijven, scholen en overheden uit de regio De Ronde Venen Uithoorn, Nieuwkoop en Aalsmeer. Leerlingen maken, onderzoeken en leren van elkaar. Kappé’s doel: een maak- en onderzoeksgemeenschap te creëren, waarbij leerlingen op elkaar kunnen vertrouwen. Ze leren er omgaan met lasersnijders, CNC-machines en met 3D-printers. De technieken van nu en de toekomst.
Techniek zelf doen, samen
Kappé is initiator en gastheer van en bij de MakerSpace. “Het enige wat ik tegenwoordig hoef te doen is koffie zetten voor studenten, nieuwe serverrekken in mijn magazijn installeren en zorgen dat ik groepjes leerlingen vind die enthousiast genoeg zijn om hieraan mee te doen. Dat kan omdat we geholpen worden door studenten van de Hogeschool Utrecht, opleiding OpenICT. Zij ontwerpen het datacenter, plaatsen het op school en beheren het samen met onze leerlingen. De leerlingen kunnen met dat datacenter interessante en ‘echte’ projecten doen, waarbij ze ondersteund worden door de studenten. Zo kunnen de leerlingen serieuze techniek gebruiken voor mooie resultaten, en kunnen ze ervaren hoe leuk techniek kan zijn. Juist ook door die interactie met de studenten van de HU.”
Dit sluit ook aan op zijn onderwijsvisie dat leerlingen veel meer kunnen dan binnen het huidige frontale onderwijssysteem. “Frontale lessen zijn lastig voor een techniekdocent, want het verandert snel, het is erg breed. Voor je het curriculum op orde en in de vingers hebt is de techniek al weer verder. Je zou het techniekonderwijs anders moeten organiseren,” vertelt Kappé. Hij vindt namelijk dat de minister van onderwijs moet zorgen dat alle leerlingen in het hele onderwijssysteem moeten worden beloond met studiepunten als ze kennis helpen uitdragen aan degenen die de kennis nog niet hebben. “En dan ineens heb je 300.000 potentiële docenten. Mét actuele kennis, over de volle breedte. En kun je ook af van het frontale onderwijssysteem waarbij één docent alles aan 30 leerlingen moet uitleggen.”
Vanuit de MakerSpace gebeurt dit ook door de leerlingen van het Veenlanden College. Een ‘klein’ voorbeeld: leerlingen worden op zaterdag en maandagmiddag ingehuurd om basisschoolkinderen uitleg en instructie te geven in 3D-printen en lasersnijden.
De initiatiefnemers van de MakerSpace willen jongeren plezier in de techniek laten beleven en enthousiast maken voor een technische opleiding, door ze samen met experts technisch uitdagende projecten te laten doen. Vanuit de fysieke locatie kunnen deelnemende organisaties workshops organiseren voor leerlingen, leerkrachten én ouders. Belangrijk, want onderzoek van Jet-Net toont aan dat ouders ook een rol spelen in de keuze voor een N-profiel. Raden ouders of verzorgers dit af, dan is de kans klein dat leerlingen kiezen voor techniek. Als ouders het aanraden is de kans juist groot.
Technisch zelfvertrouwen
Uit hetzelfde onderzoek van over de N-profielen blijkt dat leerlingen twijfelen of ze het niveau van die profielen wel aankunnen. Ze blijken vaak over een laag technisch zelfvertrouwen te beschikken. Kappé denkt dat het gebrek aan zelfvertrouwen makkelijk weg te nemen is door leerlingen echt de techniek te laten doen. Natuurlijk is dat moeilijk en uitdagend, maar tegelijkertijd makkelijk en best simpel.
Corona heeft er deels voor gezorgd dat sommige leerlingen daadwerkelijk inzagen dat ze goed zelfstandig konden werken, zegt Kappé. Natuurlijk waren er ook leerlingen die functioneel werkloos werden, maar beide groepen werden blij van techniek. Goed zelfstandig kunnen werken zou ook voor een beter technisch zelfvertrouwen kunnen zorgen. Hij zou dan ook het liefst zien dat techniekdocenten de bouwdozen het lokaal in duwen en tegen hun leerlingen zeggen: “Als je het niet snapt, daar zijn de instructies. Zo moet het eindresultaat eruit zien en over zes weken doe je een wedstrijd met je zelfgebouwde robot. In het verslag schrijf je alles op zo’n manier op dat alles wat niet werkte en wat je niet snapte, begrijpelijk is voor de klas die na jou komt.” Kappé past dit zelf ook zo toe. Zijn Atheneum 5 en 6 leerlingen kregen de opdracht om een handleiding te schrijven die door de havo 4-klas is gebruikt bij de bouw van hun robots.
“Hoe cool zou het bovendien zijn als universiteitsstudenten met hbo-studenten gaan samenwerken? Of als hbo’s en mbo’s gaan samenwerken? Of juist mbo’s en vmbo-leerlingen, of hbo- en havoleerlingen?” Op deze verschillende manieren ziet Kappé allerlei oplossingen voor de krapte in het huidige techniekcurriculum. “Er is bij mijn weten geen enkele middelbare school die dit doet. En als we laten zien hoe goed dit gaat, staat heel Nederland te applaudisseren.. Daar ben ik van overtuigd.”
Keuze voor techniek?
Ziet Kappé dan ook een afname in het aantal leerlingen dat kiest voor techniek, zoals onderzoek laat zien? Nee, zegt hij. De docent ziet juist meer leerlingen leuke dingen doen met techniek. “En omdat ik iets nieuws organiseer, zie ik eerder meer leerlingen die het leuk vinden dan leerlingen die dat niet vinden.”
‘Leerlingen zijn vaak veel verder dan je denkt’
Een tip van Kappé aan andere docenten zonder de MakerSpace: “Leerlingen willen technisch bezig zijn. Vaak zijn ze ook al veel verder dan je denkt. Denk na over hoe je met die (brede) interesses kunt omgaan en hoe je met de verschillen gaat werken. Gebruik niet alleen geleide instructies, maar ook open opdrachten, liefst met ‘echte’ resultaten. Laat ze techniek ervaren door te doen, niet door ze frontaal uit te leggen hoe het moet.” Hij vervolgt: “Je moet iemand bedienen op de technische interesses die hij of zij heeft. En als je lasernijden gaat verplichten, terwijl ze willen 3D-printen, schiet je je doel voorbij. In mijn ogen doe je dat door in deze snelkookpan te laten zien dat er allerlei gave dingen mogelijk zijn.”