Hans de Jong, Philips: Voldoende geschoolde technici voorwaarde voor behoud welvaart
Op 24 april jl. verscheen een artikel van Hans de Jong, President Philips Nederland. In zijn artikel doet hij een dringend beroep om meer middelen beschikbaar te stellen voor het uitbreiden van technische opleidingen en universiteiten in het belang voor continuïteit en de toekomstbestendigheid van ons land.
Twee weken geleden heeft ons kabinet het moedige besluit genomen om de gaskraan definitief dicht te draaien. De gasbaten zijn echter een van de belangrijkste financiële pijlers onder onze sociale welvaartstaat. Het is minder duidelijk hoe wij dit verlies gaan compenseren. We zullen miljarden nieuwe economische toegevoegde waarde moeten creëren om ons welvaartsniveau te handhaven.
De NL’se gezondheidszorg behoort tot de beste van de wereld. Vorige week werd het rapport van de Taskforce ‘De juiste zorg op de juiste plek’ aangeboden aan minister Bruins. Het plan bepleit een urgent en vergaand gebruik van digitale technologie en automatisering om de kosten te beheersen, de kwaliteit van de zorg te verbeteren en daarmee de noodzakelijke ‘handen aan het bed’ in voldoende aantallen beschikbaar te houden. We kennen nu al 105000 vacatures in de zorg…
Om onze mobiliteit beheersbaar te houden zullen wij niet slechts aan de wegen en het spoornet moeten werken maar ook aan het gebruik van slimme digitale technologie. Criminaliteit bestrijding wordt steeds meer data science gedreven. En zo verder.
Soms lijkt het dat welvaart vanzelfsprekend is. Dat is schijn en een buitengewoon riskant sentiment in een tijd van groeiende noodzaak voor extra uitgaven in bijvoorbeeld de zorg, defensie of het onderwijs.
Wij leven in een verandering van een tijdperk. Technologie en data science (waar onder artificial intelligence) nemen een centrale plaats in om de noodzakelijk maatschappelijke transformaties mogelijk te maken en nieuwe economische waarde en banen te creëren, kortom om onze welvaart op houdbare wijze te borgen. Niet slechts in de wereld waar wij van oudsher veel technologie aantreffen zoals de industrie, maar ook in het financiële domein (financiële instellingen zijn nu in wezen technologiebedrijven met een bank licentie), het sociale, het geestelijke, de zorg, het onderwijs, en in toenemende mate onder andere de juridische, de tot nu toe typische alfa-domeinen.
Internationaal gezien staat Nederland er goed voor. We behoren tot de top vijf van meest welvarende landen, scoren consistent in de top op innovatie, onderwijs, kwaliteit van de zorg en productiviteit en staan bekend als een van de meest gelukkige samenlevingen. Ons economische fundament is breed: water, maritiem, chemie, handel, agro, brede maakindustrie en zo verder. Vaak met sterke internationale posities. Maar succes uit het verleden is met name in deze tijd van digitale revolutie echt geen garantie voor de toekomst.
De alarmbellen moeten afgaan. Inmiddels heeft 60% van de sector problemen om aan voldoende gekwalificeerd personeel te komen. De OECD positioneert Nederland met slechts 10% onder aan lijstjes van de aantallen ‘harde bèta’s. Daar komt de behoefte van data-science en IT geschoolden nog bij. Door Smart Industry zijn tot 2030 120000 extra medewerkers nodig zijn in de technologische industrie. Tenslotte zoeken, en dat is waarschijnlijk een sterk onderschatte trend, niet alleen het bedrijfsleven maar alle, ook maatschappelijke, instellingen naarstig naar technisch en bèta geschoolden. En dit zal alleen maar toenemen. Op alle niveau’s: ‘knappe koppen én gouden handjes’.
Wat gebeurt er in omringende landen? President Macron maakt bekend de komende jaren € 1.5 mld extra in Artificial Intelligence te investeren, de EU werkt aan extra middelen voor digitalisering ten behoeve van maatschappelijke uitdagingen. Duitsland investeert in Smart Industrie 4.0. Ook ons kabinet heeft extra middelen voor onderwijs en onderzoek gereserveerd. De realiteit toont dat het helaas nu al onvoldoende is. Het aantal technische studies met numerus fixus stijgt nog steeds en de instroom in met name het MBO is veel te laag.
Het thema is veel groter dan incidentele verhogingen. Het uitbreiden en beschikbaar maken van middelen voor de technische universiteiten en opleidingen, is van immens belang voor continuïteit en de toekomstbestendigheid van ons land. Dus niet slechts voor het bedrijfsleven. Het gaat om de welvaart van onze kinderen en kinds kinderen.