Kloosterboer en Pontes Scholengroep: samen jongeren helpen kiezen voor een technische toekomst
Hoe maak je jongeren enthousiast voor de techniek als bedrijf? Een goede samenwerking tussen scholen en bedrijven is essentieel om in de toekomst voldoende goed opgeleid technisch personeel te krijgen. Gelukkig zijn er genoeg bedrijven en scholen die samenwerken met Jet-Net & TechNet en zich zo inzetten om jongeren te interesseren voor techniek en technologie, zoals de samenwerking tussen logistiek bedrijf Kloosterboer BV en de scholen het Pieter Zeeman in Zierikzee en Het Goese Lyceum in Goes. Diane Robyn, coördinator van de beide Pontes Scholen en trainer Rene Castel van Kloosterboer leggen uit hoe ze te werk gaan.
Als je in 2017 persoonlijk tot beste praktijkopleider gekroond bent en je bedrijf in 2019 tot beste leerbedrijf van Zeeland en Rotterdam is uitgeroepen, dan mag je wel zeggen dat je verstand hebt van jongeren enthousiasmeren voor techniek. Toch gaat het voor de goedlachse Rene Castel als vanzelf. Rene: “Ik moet mezelf soms echt in mijn arm knijpen omdat ik zo’n fantastische baan heb, dat had ik nooit durven dromen toen ik van het vmbo kwam.” In een gemiddeld jaar ontvang Rene zo’n 1200 leerlingen voor bedrijfsbezoeken bij Kloosterboer en rijdt hij door heel Zeeland en sinds kort ook in Rotterdam om gastlessen te geven bij scholen. Zijn motto: zet de jongere centraal en help hem of haar bewuste keuzes te maken in plaats van zieltjes te winnen voor je bedrijf. “Soms heb je een groep van 40 jongeren en vinden 39 daarvan jouw bedrijf echt niet leuk, maar daar ben ik dan blij om: dan heb ik 39 jongeren weer geholpen in het maken van de juiste keuze voor hun toekomst. Daar gaat het mij om.”
De wauwfactor
Diane Robyn kan het enthousiasme van Rene en Kloosterboer beamen. Diane: “tijdens rondleidingen met leerlingen bij Kloosterboer in Vlissingen krijgt hij zelfs de grootste druktemakers stil, hij is zo enthousiast. Daarnaast is de grootte en bedrijvigheid van Kloosterboer natuurlijk erg indrukwekkend. Met een bus over het terrein omdat het zo groot en divers is, draagt wel bij aan de wauwfactor over de logistiek. De meeste leerlingen komen bij transport niet verder dan een vrachtwagen.” Toch is het niet alleen de verdienste van Kloosterboer en Rene, de school speelt ook een grote rol. Vijftien jaar geleden zijn Het Goese Lyceum en het Pieter Zeeman gestart met het Technasium gestart, een nieuw onderwijsconcept voor havo- en vwo-leerlingen waar intensieve samenwerking met het bedrijfsleven in de regio aan ten grondslag ligt. Diane: “de gouden tip naar scholen toe is: verbreed je blik buiten de school en haal de kennis van buiten naar binnen. Voor het management van de school moet duidelijk worden dat de tijdsinvestering zich op lange termijn waarmaakt.”
Elke dag investeren
Zowel bij het Pieter Zeeman als op het Goese Lyceum wordt die investering elke dag waargemaakt. Zo zijn er diverse samenwerkingsverbanden opgezet de afgelopen jaren, bijvoorbeeld met het ondernemersplatform Schouwen Duivenland, het Huis van de Techniek en met Jet-Net & TechNet, maar ook binnen de school komen leerlingen continu in aanraking met bedrijven uit de regio. Bijvoorbeeld met vakken als Onderzoek & Ontwerp of hybride docentschap, dus professionals uit het bedrijfsleven voor de klas zetten. Diane: “zo laten we bedrijven ook beseffen dat jong beginnen zijn vruchten afwerpt, ook al moet je daar misschien een lange adem voor hebben. Je merkt bijvoorbeeld dat oud-leerlingen die op zoek moeten naar een stageplaats terugdenken aan het bedrijf waar ze op school in aanraking mee zijn gekomen of ze benaderen mij of ik ze kan helpen. Laatst vroeg een oud-leerling die is afgestudeerd als chemisch engineer aan de TU Eindhoven mij nog om hulp, die heeft nu een mooie baan in zijn geboorteplek. Daar is het mij om te doen.”
Oog voor het persoonlijke
De omstandigheden op school moeten dus motiverend zijn, maar vergeet ook niet dat het bedrijfsleven flink moet investeren in jongeren, vooral met oog voor het persoonlijke als je het Rene vraagt. “Niet iedereen is geschikt als praktijkbegeleider. Je moet een bedrijfsbezoek met humor brengen op het niveau van de leerlingen en niet met allerlei technische termen gaan strooien, dan haken ze af. En je moet ook door de laag die om jongeren heen zit prikken. Het gaat bijvoorbeeld niet alleen om de resultaten van de citotoets. Als iemand laag scoort, is iemand niet meteen dom. Ik ga dan in gesprek, dan blijkt er altijd een naar verhaal achter zitten zoals gescheiden ouders of een gehandicapt broertje. Je moet je echt verplaatsen in de jongere van nu. Ze krijgen zoveel aandacht met die social media, dat moet je dus ook op de werkvloer doen. Geef ze complimenten, praat met ze en heb oog voor hun unieke talenten. Ik ga bijvoorbeeld naar de UWV-beurs en ik stap dan juist af op iemand die niet kan lopen, maar wel veel talent heeft. Die zet ik dan achter de knoppen. Je moet er als bedrijfsleven iets meer in investeren, maar dan heb je wel een talentvoller werknemer voor het leven. ”
Aansluiten op elkaar
Het mag duidelijk zijn, zowel het bedrijfsleven als het onderwijs moeten evenveel inbrengen in de samenwerking. Diane: “Als bedrijf moet je op de middelbare school al in het keuzemenu van de leerlingen zitten, als je daar pas op het mbo mee begint, ben je te laat. En het moet uiteraard in overleg met elkaar, het moet wel aansluiten. Het is handig en belangrijk als je jouw onderwijs kunt inrichten naar de behoefte van het bedrijfsleven.” Rene beaamt dat. “De afgelopen tien jaar is de opleiding logistiek medewerker niet verandert terwijl het bedrijfsleven grote technische ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Datzelfde geld voor de Rotterdamse havenwerker, die is nu ook heel anders dan 20 jaar geleden, alles gaan nu met computers. We kunnen niet zonder techniek en hebben de jongeren van nu echt nodig straks. Dat staat of valt met goede samenwerking.”