Drie tips voor het inrichten van een technieklokaal
Dus jouw school krijgt een technieklokaal? Fantastisch, daar gaan de leerlingen veel plezier aan beleven! Maar hoe zorg je voor een optimaal technieklokaal? Waar moet je rekening mee houden qua inrichting, materialen en ruimte? Het zijn belangrijke zaken om goed over na te denken voordat je begint met bouwen. Daarom drie tips voor het inrichten van een technieklokaal of sciencelab!
Tip 1: Zorg voor voldoende bewegings- en kastruimte
Onthoud dat zowel kinderen als materialen veel ruimte nodig hebben, voor opslag, gebruik en bewegingsruimte. Kijk of er aanpassingen van de ruimte nodig zijn in de zin van extra (beveiligde) stopcontacten, ventilatie en bijvoorbeeld een koelkast. Het meubilair moet zich toespitsen op het gebruik. Zo is voldoende tafelruimte een vereiste. Onder meer robot- en bouw-/constructie activiteiten vereisen veel vierkante meters. Kinderen hoeven daarbij niet altijd te zitten; juist statafels bevorderen een actieve houding van leerlingen. Dat scheelt weer ruimte en geld omdat stoelen geen noodzaak zijn.
Zorg ook voor voldoende kastruimte, voor het behoud van de materialen is dat erg belangrijk. Veel materiaal kan namelijk niet terug in de originele verpakking na de eerste keer gebruiken, dus hier heb je oplossingen voor nodig. Transparante plastic bakken zijn handig, omdat je kunt zien wat erin zit. Deze nemen meer ruimte in dan de originele verpakkingen, dus zorg voor voldoende diepe kasten met genoeg planken. Maak de kast ook afsluitbaar, dit helpt bij het controleren van de materialen na afloop.
Tip 2: Bedenk wat essentiële materialen zijn
Bedenk goed wat essentieel materiaal is voor het technieklokaal om er een succes van te maken. Denk bijvoorbeeld aan tafels, gereedschap, werkbanken, etc. Uiteraard hangt dit samen met het beschikbare budget. Een paar vragen om rekening mee te houden bij het selecteren van essentieel materiaal:
- Wat voor materiaal past er bij de doelstellingen van het technieklokaal? Wil je kinderen alleen laten kennismaken of is er verbinding met het reguliere lesprogramma?
- Wil je een opbouw in de materialen per leerjaar? Zo ja, hoe zou dit eruit moeten zien?
- Dragen de materialen bij aan 21e eeuwse vaardigheden? Zo niet, zijn ze essentieel op een andere manier?
- Hoeveel stuks is er van alles nodig om ervoor te zorgen dat iedereen in de groep voldoende materiaal tot zijn beschikking heeft? Bij kleinere groepen heb je minder van hetzelfde materiaal nodig dan bij groepen van 20 of 30 leerlingen.
Tip 3: Kies altijd voor degelijke materialen, liefst uit eigen land
Kies altijd voor degelijke kwaliteit, ook met een beperkt budget. Het moet bestand zijn tegen vele kinderhanden. Technologisch speelgoed en ontwikkelingsmateriaal zijn aanlokkelijk om te kopen, maar hebben veel kwetsbare onderdelen. Ga op onderzoek uit wat betreft de verschillen in prijs en kwaliteit. Vanwege budgettaire redenen is het vaak ook verleidelijk om materialen in het buitenland te kopen, maar dat is regelmatig van mindere kwaliteit. Een ander groot nadeel aan buitenlandse producten is dat de handleiding in een vreemde taal is. Op zijn best in het Engels, maar omdat basisschoolleerlingen daar beperkte kennis van hebben, kost het de leerkracht weer extra tijd om alles uit te leggen. Ook garantie kan lastig zijn met buitenlandse materialen.
Deze tips zijn afkomstig van Ton Keesom, techniekcoach bij Jet-Net & TechNet. Vanuit zijn expertise begeleidt hij scholen bij het invoeren van wetenschap & technologie, bijvoorbeeld door het geven van Inspiratieworkshops.